Dirk-Jan van Schie
Toen ik elf jaar was, moest ik naar de ‘grote school’. Eigenlijk kon ik naar het VWO in Harlingen, maar omdat ik een vroege leerling was, besloten mijn ouders om me eerst een jaar de MAVO te laten doen op het eiland.
In die tijd sloot het onderwijs op het eiland nog niet aan op het HAVO- en VWO-niveau van het vaste land. Ik moest de brugklas een jaar later nog eens overdoen in Harlingen. Op en neer reizen ging niet, er was geen ‘schoolboot’, dus wij moesten in de kost. Bij vreemde mensen in huis, in die toch al zo verwarrende puberteit. En omdat ik zo hard groeide, was ik ook altijd heel moe; mijn puberleven bestond vooral uit leren, eten, slapen, etc.
Gelukkig is het tegenwoordig anders, niet voor de pubers, die zijn hetzelfde gebleven: leren, eten, slapen… Maar de keuze die gemaakt kan worden, is anders! Ons onderwijs sluit nu wel goed aan op het HAVO- en VWO-niveau aan de overkant. Als je twee jaar hier de onderbouw volgt en daarna naar de overkant gaat, ben je al een flink eind op streek. Je woont twee jaar langer op het eiland, bij je ouders. Ook leerlingen die maritiem willen of vmbo Groen kunnen de eerste twee jaar hier prima hun onderwijs volgen.
Ja, voor al die leerlingen die vroeger al jong naar het vaste land moesten, maak ik me sterk. Ik vind dat leerlingen het recht hebben om in hun puberteit hier op het eiland onderwijs te volgen. Leer eerst de mensen op je eigen eiland kennen, de taal, de cultuur. Als je 14 bent, is op en neer reizen of in de kost gaan vroeg genoeg.